De harde kern
De voorafgaande cijfermatige analyse vestigt de aandacht op een groep patiënten - die we goed kennen uit de dagelijkse praktijk van de psychiatrie. Het gaat om een groep mensen die ik, wat oneerbiedig, zou willen omschrijven als 'de harde kern' van de psychiatrie. Het betreft een aantal mensen met een ernstig psychiatrische stoornis, bij wie de behandeling geen of een beperkt resultaat heeft en die op grond van het verloop van de ziekte te kampen hebben met ernstige beperkingen op het gebied van zelfstandigheid, sociale relaties, wonen en werken. Het gaat om een relatief klein deel van alle mensen met een ernstige psychiatrische stoornis. De schatting van hun aantal loopt van gemiddeld 50 op de 100.000 inwoners (Wing, 1990) tot een 300 a 400 mensen per 100.000 inwoners. Al naar gelang hoe strikt men de harde kern definieert.
Deze groep psychiatrische patiënten heeft altijd bestaan. Ze is resistent gebleken tegen talloze benaderingen, ideologieën en stromingen en vooralsnog wijst niets erop dat de groep in de toekomst zal verminderen in aantal. Het is een groep die het zwaar te verduren heeft. hun bestaan kenmerkt zich door een ernstig lijden, dat zich uitstrekt tot de mensen die door vriendschap en familiebanden met hen verbonden zijn. De term harde kern is passend in zoverre deze duidelijk maakt dat we van deze groep nauwelijks verandering mogen verwachten. De ziekte heeft diep ingegrepen in hun bestaan. Een andere omgeving of nieuwe medicijnen hebben vaak geen effect. Wie wil werken in de langdurige zorg binnen de psychiatrie moet de oorspronkelijke motivatie tot het 'beter maken' van de patiënten loslaten om niet voortijdig opgebrand te raken. Het feit dat we zelf niet uit de voeten kunnen met het lijden van deze groep mensen, mag nooit de aanleiding vormen voor drieste plannen tot verandering en verbetering die uiteindelijk meer kwaad dan goed doen.
De term harde kern heeft een negatieve bijklank. Iets waar we de tanden op stukbijten - wat ook vaak zo is. Het geeft een grens aan. Henkelman (1994) stelt letterlijk:
Deze patiënten markeren als het ware de grens van het sociale model. Hier stuit de verzorgingsstaat op een van de grenzen van haar maakbaarheid. (Henkelman, 1994, p. 54)
Als mens zijn we geneigd de dingen naar onze hand te zetten. Wanneer er een probleem is, dan moet daar een oplossing voor zijn. Vanuit een algemeen beleid of een op onze eigen waarden en normen gestoelde theorie, trachten we een situatie te veranderen. In de psychiatrie stuiten we bij de deze groep op de grenzen van onze eigen mogelijkheden. Niet zelden leidt dat tot verwijten aan de groep voor wie de veranderingen bedoeld waren. De harde kern wordt dan betiteld als moeilijke en lastige patiënten. Toch hoeven de confrontaties met de harde kern niet alleen tot negatieve reacties te leiden. Het kunnen ook leerzame ervaringen zijn. Deze mensen laten zich ook beschrijven als 'Systemsprenger' of 'het zout der aarde' (Hopfmüller, 2001). Ze kunnen ons leren dat niet wijzelf, als hulpverleners, met een mooie methodiek het uitgangspunt van verandering zijn. De beperkte mogelijkheden en onmogelijkheden van de harde kern zelf, dienen het uitgangspunt van begeleiding en eventuele verandering te zijn.
Wanneer we in de inleiding spraken van de ruimte die de samenleving aan deze groep mensen dient te bieden, dan bedoelen we letterlijk ruimte die ontstaat in de concrete ontmoeting, de dagelijkse omgang met mensen die lijden aan een ernstige psychiatrische stoornis. Deze ruimte kan niet van tevoren ingevuld of met een beleid bedacht worden. De Duitse sociale psychiater Klaus Dörner (2001) voert een hartstochtelijk betoog om verandering in te zetten door ons te verbinden aan het lot van deze patiënten. Wat in ons eigen leven geldt, dat gaat ook op voor deze mensen. We komen uit onze dagelijkse routine doordat andere mensen ons wakker schudden. Men vraagt ons om hulp of biedt zelf de helpende hand. Mensen roepen mogelijkheden in je wakker, waarvan je jezelf nog niet bewust was.
De plaats die je inneemt in deze wereld, hangt niet alleen af van jezelf - maar ook van andere mensen. De harde kern binnen de groep psychiatrische patiënten komt deels voort uit de ernst van de stoornis, maar is ook een gevolg van een eenzijdige psychiatrische optiek. De laatste groep mensen die (nog) niet behandeld kan worden. We hebben hier niet alleen van doen met een psychiatrisch gegeven maar ook met een sociale realiteit.