De tijd als medicijn

Maar gelukkig zien we nog meer in deze film. We zien niet alleen de tijd die tot stilstand is gekomen. Eigenlijk zien we ook - het laat zich nog het beste door beelden uit de natuur uitdrukken, de ‘stille’ tijd, de tijd tussen eb en vloed, de momenten van de dag en nachtevening, waarin de dagen en nachten noch langer worden noch korten. Er lijkt sprake te zijn van stilstand. Maar achter dit alles speelt zich, haast onzichtbaar, een machtig proces af. De tijd is in deze mensen tot stilstand gekomen – in zichzelf gekeerd, maar de tijd – of beter gezegd de mens die vanuit zijn eigen een leven wil leiden in de tijd – heeft nog altijd een enorm reservoir aan mogelijkheden liggen. Nu is er stilstand. Maar eb kan worden gevolgd door vloed, en op de kanteling van licht en duisternis, kunnen de dagen weer gaan lengen.
 
De tijd zelf kan daarbij weer gaan werken als medicijn. En dit kan twee richtingen uit. De eerste richting beschrijft Detlef Petry. Hij spreekt over het rehistoriseren en bedoelt daarmee meer aandacht voor de levensgeschiedenis van de cliënt en minder aandacht voor de ziektegeschiedenis. Rehistoriseren wil zeggen aansluiting vinden op de persoonlijke tijdsbeleving van de cliënt. Familie, cliënt en hulpverlener, gaan in gesprek met elkaar (trialoog) om het leven van de cliënt weer in beweging te brengen. Petry pakt dit heel concreet aan, hij bezoekt met de cliënt de familie en gaat op zoek naar de plaatsen die in het leven van de cliënt van betekenis zijn geweest. In het licht van het voorafgaande zouden we kunnen zeggen: hij tracht met cliënt en de familie (en andere belangrijke personen) het klankbord te herstellen of weer tot leven te wekken – waar we allemaal onze inspiratie vandaan halen: gebeurtenissen van vroeger, dingen die we geleerd en gedaan hebben – en ook het ontstaan van de ziekte naast die andere gebeurtenissen plaatsen, zodat het een betekenisvol geheel wordt.
 
Een tweede kant die we uit kunnen, is meer toekomst gericht. Een aantal indrukwekkende onderzoeken hebben aan het licht gebracht dat mensen met een ernstige psychiatrische stoornis, nooit in een definitieve ‘eindfase’ zitten maar dat er altijd mogelijkheden zijn voor herstel, ook na tien, twintig en dertig jaar. Dit vraagt wat Luc Ciompi omschrijft als Langmut,dat eigenlijk geduld en welwillendheid inhoudt (ook) op lange termijn. Want ooit, zoals Manfred Bleuer stelt, soms vroeg, soms laat, soms zelfs zeer laat, brokkelt die muur af, die het contact zo moeilijk maakte met de persoon die lijdt aan schizofrenie.
 
Het leven zelf lijkt dus een belangrijke genezende factor te zijn bij mensen die lijden aan een ernstige psychiatrische stoornis. Dat vraagt van ons (hulpverleners, familie, samenleving) dat we hen de tijd geven. Dat is wat we op de eerste plaats bedoelen met De tijd die nodig is. Deze tijd kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Van een aantal zaken weten we dat ze een herstel bevorderen, soms staan we ook voor verrassingen van een spontaan herstel. In ieder geval is het heel belangrijk, dat komt ook in de film duidelijk naar voren, dat mensen een eigen plek nodig hebben om te wonen. Een veilige, vertrouwde plek, waar hen de tijd gelaten wordt. Sommige cliënten komen weer tot activiteit door de vertouwde omgang, het dagelijkse contact met de begeleiders, met andere cliënten, door het (herstel van) contact met familie en vrienden. Voor anderen is werk heel belangrijk, weer ervaren dat ze van betekenis zijn, dat ze wat kunnen maken. We komen ook voor verrassingen te staan, cliënten bijvoorbeeld die in contact met paarden worden gebracht, stapje voor stapje weer naar buiten gaan en door het contact met dieren – ineens weer in staat zijn met begeleiders en hulpverleners gewone gesprekken te voeren.
 
De vormgeving van de tijd is heel belangrijk en een nieuw aandachtsgebied voor ons in de toekomst. Aan de ene kant kunnen we leren van Bergson en het belang van de continuïteit in de tijd, dat gebeurtenissen in het verleden weer betekenis krijgen in de tijdstroom van het heden. Maar het gaat ook om het herstel van een persoonlijk tijdritme. En dan niet een voortzetten van de dagelijkse sleur, waarbij iedere dag een zondag is, maar om een betekenisvolle regelmatige terugkeer van activiteiten die belangrijk zijn voor de cliënt. Luc Ciompi stelt dat de verstoring van de ‘persönlichen Eigenrythmen und – tempi’ mensen ziek maakt. Het ritme van een mens is deels een natuurlijk (jaargetijden) gegeven, een cultureel gegeven en een persoonlijk gegeven. Hoe richten we ons leven in naar vaste gewoonten (zonder te vervallen in betekenisloze zondagnamiddagen) waardoor we ons energie op een doeltreffende wijze kunnen gebruiken. De afwisselingen van rust en activiteit. Dit is weer een nieuw terrein voor ons, waarin we tegelijkertijd veel van de traditie kunnen leren. Want ieder mens, wordt tegenwoordig bedreigd door een moordend ritme opgelegd door een 24 uurs economie, waarin het eigen ritme en daarmee onze creativiteit verloren dreigt te gaan. Duidelijk is dat het huidig Westers leven niet gezond is voor een mens met een ernstige psychiatrische aandoening. In de nabije toekomst willen we meer aandacht schenken, aan dit onderwerp en kijken wat dit kan betekenen voor het dagelijkse leven van onze cliënten. En zo blijven we altijd, met onze cliënten, onderweg.