Perspectief

Op dit moment zijn er in hoofdzaak twee visies op de ernstige psychiatrische stoornis. De eerste is een overwegend medische visie. Mensen met een psychiatrische ziekte hebben last van een kwetsbaarheid die vanuit de genen is meegegeven. Behandeling bestaat uit medicijnen, psychotherapie en trainingen. Het tweede gezichtspunt, dat we de cultureel antropologische visie kunnen noemen, sluit de medische visie nadrukkelijk niet uit, gaat uit van eenzelfde kwetsbaarheid, ziet de winstpunten van medicijnen en psychotherapie, maar wijst erop dat het verloop van een ernstige psychiatrische stoornis op lange termijn door andere factoren dan medicijnen en therapie alleen wordt bepaald.
 

Er is al veel gesproken over het mogelijk antwoord op de vraag waarom het verloop van een ernstige psychiatrische stoornissen in ontwikkelingslanden gunstiger is. Vooralsnog valt er met zekerheid niets over te zeggen. Ook hier zijn eenvoudige antwoorden niet mogelijk. Drie verklaringen komen dikwijls terug. Ten eerste bestaan er in de ontwikkelingslanden andere verklaringsmodellen voor een psychiatrische ziekte. De ziekte wordt niet als een chronische aandoening gezien, maar als een tijdelijke instorting waarvan een persoon kan herstellen. Ten tweede is de terugkeer in de samenleving in de ontwikkelingslanden gemakkelijker. Dat geldt vooral op de dorpen en het platteland. Men kan altijd wel een paar extra handen gebruiken thuis en op het land. Een mens moet niet 100% functioneren om toch van nut te kunnen zijn. Er wordt meer gekeken naar wat iemand nog kan in plaats van wat iemand had kunnen worden. En ten derde leven mensen nog in ruimere gezinsverbanden. Een individu hoeft het niet helemaal alleen op zichzelf te redden.