Soft Meanings

Er is een Britse taalfilosoof, Donald Davidson (1984, p. xvii) die zegt ‘wil je de woorden van een ander echt kunnen begrijpen, dan moet je weten wat er in hem omgaat.’ Ja, zul je zeggen, daar moet je nu filosoof voor zijn om tot zo’n uitspraak te komen. Toch is weten wat iemand bedoelt – veel minder vanzelfsprekend dan op het eerste gezicht lijkt. Tijdens mijn psychologie studie, zei eens een mooie blonde studente, met prachtige bruine ogen, tegen mij ‘soms heb ik het gevoel dat ik van een andere planeet kom.’ Nu – ik dacht haar wel te begrijpen. Het was een mooie meid, en ik interpreteerde haar uitspraak in het kader van een beginnend, romantische gesprek: adolescenten die zich beide niet thuis voelen op deze wereld, maar uiteindelijk wel het geluk vinden bij elkaar. Dat had gekund, maar het was niet zo. Enige weken later, bereikte mij verontrustende berichten over haar: ze was de hele nacht op en liep hard te gillen door het huis. De laatste keer dat ik haar zag, verzekerde ze mij dat we een bijzondere relatie hadden: zelfs Madonna zong erover op de radio. Diezelfde dag nog werd ze opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Dat van die andere planeet, kwam toen toch even in een ander daglicht te staan.
 
Woorden en niet alleen de woorden, maar het hele gedrag van iemand, kunnen we maar begrijpen wanneer we weten wat er iemand omgaat. Eigenlijk doen we voortdurend maar een gooi naar wat iemand bedoelt en hopen dat het klopt. Het is niets voor niets dat er nergens zoveel misverstanden zijn als in de communicatie tussen mensen! Als ouder voel je meestal je kind goed aan – en zijn er zoals letterlijk gezegd wordt maar weinig woorden nodig. In de puberteit gaat dit begrip iets achteruit. Moet je maar begrijpen dat wanneer je zoon binnenkomt en zegt, ‘hé ouwe zak,’ dat dit vooral liefdevol bedoeld is. Maar tot echte grote problemen leidt dit meestal niet. Ook kinderen weten meestal heel goed wat hun ouders bedoelen. Soms kan hetzelfde gezegd woorden ‘en nu wegwezen!’ en als kind voel je precies aan – of het een grapje is of dat het inderdaad tijd wordt om de kamer uit te vluchten.
 
De Amerikaanse professor in de psychologie Margaret Warner (1983, 2005) spreekt in dit verband over soft meanings of soft phenomena. Dat gaat eigenlijk over alle zaken die we wel ervaren, die zelfs heel belangrijk voor ons zijn en het leven pas echt menselijk maken, maar die we niet ‘hard’ kunnen maken. Het hele leven bestaat uit harde feiten en zachte interpretaties. Maar het zijn deze zachte betekenissen die het leven pas de moeite waard maken. Wanneer mijn vinger tussen de deur komt en er is een stuk van mijn vinger af, dan is dat een hard feit. Weinig discussie daarover mogelijk. Je kan die deur nog wel een bedoeling toeschrijven (een neiging die we nogal eens hebben met ‘dode’ dingen als deuren en vooral computers), maar eigenlijk gaat het hier gewoon om een mechanisch gebeuren.
 
Bij mensen ligt dat anders. Mensen schrijven we bedoelingen toe. Daarom noemt de Britse filosoof Daniël Dennet (1978) mensen intentionals systems. Om een mens goed te begrijpen moet je z’n bedoelingen, zijn intenties kennen. Dat maakt mensen zo anders dan dingen. Mensen hebben gedachten, gevoelens, verlangens en intenties. Franz Brentano (1838 – 1917) vond dat het verschil tussen de materiële werkelijkheid en de mens: de mens heeft een bedoeling. (‘Brentano’s Thesis’, Dennet, 1978, p. xvii) Aan het gedrag van de mens liggen gedachten, gevoelens, verlangens en intenties ten grondslag. Ook achter ieder woord wat we zeggen ligt een gedachte of een gevoel of een verlangen. Als we die gedachte of dat verlangen kennen, begrijpen we maar goed wat iemand zegt.
 
Gedachten, verlangens en gevoelens zijn soft meanings. Je kunt ze niet objectief vaststellen. Je moet ze leren kennen en ervaren. Dat geldt voor je eigen gedachten en gevoelens en die van een ander. Wanneer een bruidegom geduldig op zijn bruid voor het altaar staat te wachten, kunnen we met ze alle vaststellen of het huwelijk uiteindelijk zal doorgaan of niet. Het huwelijk is, als bruid en bruidegom elkaar uiteindelijk het jawoord hebben gegeven een feit, een hard feit, daar is geen discussie over mogelijk. Maar tussen de gasten op de bruiloft kan er discussie zijn: houden ze nu ‘echt’ van elkaar of niet. Tussen bruid en bruidegom zelf kan er jaren later discussie zijn of ze op dat moment wel echt van elkaar hielden. Dat zijn: soft meanings.
 
Aan dit voorbeeld kan je zien, dat soft meanings niet ‘soft’ zijn. Het zijn de betekenissen waar het leven om draait! Veel belangrijker dan het huwelijk zelf – is uiteindelijk of je echt van elkaar houdt – of dat er een moment in het leven komt dat dit houden van minder wordt. Soft meanings staan ook niet vast, zoals harde feiten dat wel doen. Een scheiding, het verbreken van een vriendschap, is een feit, een hard feit. Je ziet elkaar niet meer. Op dat moment dacht je (interpretatie: soft meaning) dat dit het beste was – maar in de loop van de tijd kan je daar waar anders overdenken, voelde je toch meer voor je partner dan je op het moment van de scheiding besefte.
 
Uiteindelijk berust onze hele cultuur en de cultuur van andere volkeren op soft meaning. Je leert de bedoelingen van anderen kennen door je cultuur. In Nederland geldt het recht op iemand afstappen, het geven van een hand en het zeggen van je naam als een beleefdheid. In België is dat wat al anders: mensen schrikken ervan als je zo op hun afkomt. Je moet wat aarzelen, voorzichtig je hand uitsteken – en eventueel kan je zelfs lichtjes vragend de naam van de ander zeggen. In de islamitische cultuur (of de moderne revival variant ervan) ligt dat nog weer anders: een vrouw die een man een hand wil geven, dat vinden ze ronduit beledigend. Zo belangrijk zijn soft meanings, ons hele functioneren tussen andere mensen hangt ervan af. Komen we in een cultuur met totaal andere gewoontes, raken we helemaal de weg kwijt omdat we de bedoelingen van de ander niet kennen en omdat we onze eigen bedoelingen niet meer duidelijk kunnen maken.