Huidige benadering

In onze tijd wordt als uitgangspunt van de zorg voor de gestoorde medemens, het recht op autonomie genomen. De cliënt als ‘zorgvrager,’ als ‘consumer’. Het overheidsbeleid is de zorg op individueel niveau, per cliënt te regelen. De cliënt treedt op als autonome zorgvrager – zijn zorgvraag is leidend voor wat er aan behandeling en begeleiding beschikbaar wordt gesteld. In de gevallen dat dit principe daadwerkelijk is toe te passen, is het te rechtvaardigen en zelfs toe te juichen.
 
Autonomie is zozeer verbonden met de fundamentele waarden van onze samenleving, dat we niet anders kunnen zowel de zorg (caritas) als de beheersing van de psychiatrische problematiek daar op in te richten. Anderzijds kunnen we onze ogen er niet voor sluiten (en dat niet alleen als het om gedwongen opname of dwangbehandeling gaat) dat ook dit uitgangspunt van de zorg, beperkt en onvolkomen is. Dat is nu eenmaal eigen aan de groep mensen met een ernstige psychiatrische stoornis, voor een deel zullen we er altijd machteloos tegenover blijven staan en worden we geconfronteerd met de grenzen van onze eigen mogelijkheden.5