Het acteren van een psychose

Hoe speel je iemand die psychotisch is? Het blijkt een vrijwel onmogelijke opgave te zijn. Bij schizofrenie denken we in eerste instantie nog altijd aan mensen die zich vreemd gedragen. Exemplarisch voor een psychiatrisch patiënt is Jack Nicholson in One flew over the cuckoo's nest, een manifest tegen de psychiatrie dat echter in de loop van de jaren heeft bijgedragen aan een foutieve beeldvorming van mensen met een psychiatrische stoornis. We zitten met de hardnekkige gedachte opgescheept dat mensen met een psychiatrische stoornis zich vreemd gedragen en dat zien we in alle film terug. Dit geldt voor Shine, waarin Geoffrey Rush, de eigenaardige pianist David Helfgott, speelt die na zijn psychose en zijn lange verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis, de rest van zijn leven blijft opvallen door uitzonderlijk vreemd gedrag. Dit geldt evenzeer voor Beautiful Mind, waarin Russel Crow, die een Oscar nominatie voor zijn rol kreeg, een vreemde John Nash neerzet, die zich na zijn psychose nog vreemder gaat gedragen. In die zin dragen deze films alleen maar bij aan het vooroordeel dat mensen met schizofrenie 'raar' zijn. Ze praten raar, kleden zich raar, doen raar kortom het gaat om rare mensen. In Beautiful Mind wordt door regisseur Ron Howard de werkelijkheid van John Nash dan nog geweld aangedaan, door de stemmen en paranoïde gedachten waar hij last van had, te verbeelden met figuren die voortdurend aanwezig zijn in zijn belevingswereld. De psychotische belevingen, de angst, de stemmen, de verstoorde relatie tot de werkelijkheid, worden daarmee omgetoverd in een soort psychodrama, met een 'vriend,' 'klein meisje,' en 'strenge man,' afgeleid van psychologische theorieën die met de werkelijkheid van een mens met schizofrenie niets van doen hebben. Uiteindelijk is het dan ook niet Russel Crowe maar Jennifer Connelly, die een Oscar wint, voor de beste bijrol, als echtgenote van John Nash, waarvoor zij een inderdaad overtuigende acteerprestatie neerzet.
 
Natuurlijk zijn er mensen met schizofrenie die zich heel vreemd gedragen. Maar dat geldt ook voor mensen zonder schizofrenie. Wanneer mensen echt gek doen, gaat het meestal niet om mensen met schizofrenie. Alleen wanneer een psychose tijdelijk veel invloed heeft op de patiënt, gedraagt hij zich soms bizar. Dat uit zich dan in roepen en schreeuwen of ander vreemd gedrag. Maar nog vaker zijn mensen die lijden aan een psychose, schuw en angstig en trekken zij zich terug.

Schizofrenie is een ziekte waar we nog weinig van weten. Vermoedelijk gaat er iets mis in de hersenen. Er zou sprake zijn van een overproductie van bepaalde chemische stoffen. Bij de mens met schizofrenie levert dit de ervaring op dat er zich op een gegeven moment meer in zijn omgeving afspeelt dan hij tot dan gewend is. Er komen stemmen bij. Verbanden worden gelegd tussen gebeurtenissen, die voor andere mensen niet meer dan toevallig zijn. Bedoelingen worden vermoed achter schijnbaar onschuldige dingen: mensen die hun hand opsteken en lijken te seinen naar elkaar in een complot tegen jou.

Wanneer je stemmen en geluiden hoort die er eerder niet waren; wanneer teksten uit hun oorspronkelijk verband raken en nieuwe boodschappen vormen en wanneer je de indruk hebt dat deze boodschappen wel eens speciaal voor jou bedoeld kunnen zijn, dan is niet je eerste gedachte 'ik zal zeker last hebben van een psychose.' Je zoekt naar een verklaring voor wat zich afspeelt tussen jezelf en de omgeving. Uit psychiatrisch standpunt spreken we dan van wanen.
 
Met wanen bedoelen we denkbeelden die ver van de werkelijkheid verwijderd zijn. Dat is echter niet het belangrijkste kenmerk van een psychose: dat mensen overtuigingen hebben die volledig buiten de realiteit staan. Mensen met schizofrenie ervaren een aantal dingen anders. Ze kunnen niet meer terugvallen op conventionele verklaringen, als 'toeval' of 'ik zal het wel verkeerd gehoord hebben.' Aan hen dringt zich een realiteit op, die om een passende verklaring vraagt. De ervaring van een mens in een psychose mag dan heel vreemd zijn, de verklaring kan dan toch, op grond van die ervaring, heel plausibel zijn. Een mens met schizofrenie heeft met andere woorden zijn verstand niet verloren.
 
Wat zien we nu als buitenstaander aan iemand die last heeft van een psychose? Meestal zie je niets. Wanneer je praat met die persoon, kan je er wel achter komen dat die een heel andere beleving heeft. Maar aan de buitenkant zie je meestal niets. Enkel een geoefende waarnemer kan iets opmerken. Het gaat daarbij om iets heel subtiels. Je ziet namelijk dat bij de patiënt iets afspeelt, wat deze niet volledig onder controle heeft. Iets wat zich aan de willekeur van de patiënt onttrekt. Je ziet dat de patiënt soms onwillekeurig op iets reageert, wat voor ons niet aanwezig is. De ogen flitsen snel naar boven, het lijkt alsof even gekeken wordt naar de plaats waar de stemmen vandaan komen. Het gezicht staat onder spanning. Soms zijn er kleine, onwillekeurige spiertrekkingen waarneembaar. Een lichte grimas. De patiënt tracht zijn aandacht wel bij het gesprek te houden, maar je merkt ook op dat hij met zijn aandacht ergens anders is. Maar zelden is een patiënt zo psychotisch, dat hij volledig in een eigen wereld zit, dat hij niet of nauwelijks nog aandacht heeft voor zijn omgeving. Meestal is de patiënt druk bezig zijn eigen realiteit en de realiteit waar jij als buitenstaander een vertegenwoordiger van bent, uit elkaar te houden
 
Een psychose, de actieve fase van schizofrenie, is te vergelijken met koorts. (2) Een mens kan lijden aan een ziekte, griep of een keelontsteking, zonder dat dit waarneembaar is. Enkel wanneer het virus en de reactie daarop in een zeer actieve fase komen, wanneer de patiënt koorts heeft, zie je aan de buitenkant dat er iets niet goed is. Koorts is een autonome reactie van het lichaam, waar je als patiënt geen invloed op hebt. De psychose is het 'hoogtepunt' van een verstoorde relatie met de werkelijkheid, waarbij onwillekeurige aspecten van ons denken, voelen en handelen het overnemen van het bewuste, beheersmatige reageren. Schizofrenie is de onderliggende dispositie die een mens gevoelig maakt voor een psychose. Bij schizofrenie wordt nog altijd gedacht aan een 'gespleten' persoonlijkheid. Dat een mens last heeft van een 'dubbele' persoonlijkheid. Dat klopt niet. Er is geen gespleten persoon. Bij een mens met schizofrenie is er, net als bij ieder ander mens, sprake van één persoon, één individu. Als een mens last heeft van koorts zeggen we ook niet dat er twee persoonlijkheden zijn, hoewel een mens onder invloed van koorts ander belevingen heeft en anders reageert. Waar een mens met schizofrenie last van heeft, is dat er iets nieuws, iets onbekends optreedt wat niet overeenkomt met het oude vertrouwde, wat niet past in alles wat hij tot dan toe heeft meegemaakt. Deze nieuwe, onbekende ervaring heeft vaak een angstig en dreigend karakter. Wat vooral vervelend is dat men iets ervaart wat zich afspeelt buiten handbereik. Een radio kan je uitzetten, een stem in je hoofd niet.
 
Wat maakt het nu zo moeilijk een mens met schizofrenie te acteren? De acteur moet niet alleen zijn rol vertolken, maar in die rol moet nog iets anders weerspiegeld worden, namelijk de psychose van deze persoon. Russel Crow moest John Nash spelen en in die rol zijn psychose weergeven. Dat is naar mijn mening niet gelukt. We ontmoeten een John Nash, die zich van meet af aan wat vreemd gedraagt - wat in de werkelijkheid ook wel het geval schijnt te zijn geweest - maar dan wanneer er sprake is van schizofrenie zich alsmaar vreemder gaat gedragen. Impliciet wordt daarmee gesteld dat mensen met schizofrenie vreemde mensen zijn en dat, naarmate de ziekte sterker op de voorgrond treedt, ze nog vreemder worden. De essentie van schizofrenie is echter dat zich in normale mensen iets vreemds afspeelt. Van een acteur worden twee dingen gevraagd, hij moet op een normale wijze zijn rol vertolken en binnen die rol het onwillekeurig proces van een psychose weergeven. Dat is, zover ik weet, nog geen acteur gelukt. Men neemt altijd zijn toevlucht tot het weergeven van vreemd gedrag.